De tranen van eros: Moesman, surrealisme en de seksen In de tentoonstelling De tranen van Eros: Moesman, surrealisme en de seksen in Centraal Museum Utrecht wordt de rode draad gevormd door thema’s als seks, fetisjisme, gender en taboes. De tentoonstelling laat zien hoe de surrealisten zich met hun radicaal vernieuwende, erotische beeldtaal vanaf de jaren dertig verzetten tegen het verstikkende conformisme en rationalisme. Met circa tweehonderdvijftig werken, waarvan ruim honderd bruiklenen uit de hele wereld, belicht het museum dit verhaal vanuit diverse perspectieven. De tentoonstelling is te zien van 15 februari tot en met 24 mei 2020. Joop Moesman Uitgangspunt voor de tentoonstelling is het werk van de enige officieel erkende Nederlandse surrealist Johannes (Joop) Moesman (1909-1988). Het Centraal Museum heeft een uitgebreide collectie van de Utrechtse kunstenaar, tevens opzichter-tekenaar bij de Nederlandse Spoorwegen, die een uitgebreid oeuvre naliet als schilder, beeldhouwer, tekenaar, lithograaf, (Arabisch) kalligraaf en typograaf. Het Centraal Museum is de aangewezen plek om de kunstenaar in de context van internationale mannelijke en vrouwelijke tijdgenoten te plaatsen. De tentoonstelling begint met een introductie op het werk van Moesman. We laten zijn obsessie met vrouwen en seks zien in werken als Ontmoeting, Namiddag en Zelfportret. Moesman ontdekte de surrealistische schilders door middel van enkele buitenlandse tijdschriften in de winkel van galeriehouder Willem Wagenaar. Zijn liefde voor het surrealisme zou hem nooit meer loslaten. In 1932 ziet hij werken van surrealistische kunstenaars in kleur in het Stedelijk Museum en verandert zijn palet. Internationale surrealisten Vervolgens plaatsen we het werk van Moesman in de context van internationale surrealisten. Duidelijk wordt dat het een paradoxale beweging is. Enerzijds manifesteren de surrealisten zich als een groep revolutionairen die zich verzet tegen de patriarchale samenleving en haar conventies. Anderzijds hebben ze weinig oog voor de ongelijke positie van vrouwen binnen hun eigen beweging. De vrouw wordt in hun kunstwerken op een voetstuk geplaatst, beschouwd als lustobject en behandeld als fetisj. Zelden echter wordt ze erkend als een onafhankelijk, scheppend individu. Dit had een blijvende impact op de receptie van vrouwelijke surrealisten. We tonen dat in een door mannen gedomineerde wereld de vrouwelijke surrealisten hun eigen subjectieve werelden verkenden. In eerste instantie namen ze daarbij de beeldtaal van de mannelijke surrealisten over. Dit zien we terug in het vroege werk van Lee Miller die samenwerkte met Man Ray, met wie ze een relatie had. Claude Cahun, die zichzelf als genderneutraal zag, koos al vroeg haar eigen weg. Ook in het werk van bijvoorbeeld Leonora Carrington, Leonor Fini, Dorothea Tanning en Unica Zürn zien we de ontwikkeling van een zeer eigen vorm van surrealisme. Wat het werk van deze vrouwelijke surrealisten onderscheidt van hun mannelijke collega’s is de omkering van het perspectief. Voor het eerst komen we voorbeelden tegen van experimenten met genderidentiteiten. Deze surrealisten gingen op zoek naar een nieuw ‘vrouwelijk’ model waarmee ze zich konden identificeren. We zien dan ook vaak een onderzoek naar hun eigen spiegelbeeld of het aannemen van verschillende rollen. We zijn verheugd over de genereuze bruiklenen van diverse internationale musea en noemen onder meer het Chicago Art Institute dat The White Race van René Magritte uitleende. Het Museo Reina Sofia Madrid maakte mogelijk dat we La mémoire de la femme-enfant van Salvador Dalí kunnen laten zien en dankzij onder meer het Peggy Guggenheim uit Venetië en Tate Modern in Londen kunnen we bijzondere werken van vrouwelijke surrealisten laten zien. Zeer speciaal is ook het aantal bruiklenen, waaronder Assurbanipal Abluting Harpies van Leonora Carrington, uit het Israël Museum in Jeruzalem. Dichter bij huis stelde Museum Boijmans Van Beuningen het recent aangekochte werk Again, the Gemini are in the Orchard uit 1947 van Leonora Carrington ter beschikking. Macht en lust Macht en lust is het thema van de laatste ruimte in de tentoonstelling. Bondage, maskers en fetisjen zijn veelvoorkomende attributen in het werk van de surrealisten. De surrealisten waren gefascineerd door het gedachtegoed van Markies de Sade (1740-1814), de Franse edelman die als ‘grondlegger’ van het sadomasochisme kan worden gezien. De Sade vertegenwoordigde de vrijheid om regels te overtreden in het conformistische twintigste-eeuwse Europa. De sadomasochistische beelden die de surrealisten maakten, kunnen als problematisch worden ervaren vanuit het huidige #MeToo-perspectief. In de tijd van De Sade was instemming een non-issue. Tegenwoordig zijn we waakzaam als het gaat om de verstrengeling van seks, macht en agressie. Hedendaags perspectief Omdat de man-vrouw verhoudingen ook nu nog steeds een actueel onderwerp vormen, bieden we een hedendaags perspectief, waarmee we de bezoeker de gelegenheid geven zelf de blik te verruimen. De hedendaagse kunstenaars hebben of leggen zelf een link met het surrealisme. Kunstenaars zoals Paul Kooiker, Viviane Sassen en Jeroen Kooijmans maakten speciaal voor De tranen van Eros nieuw werk. Verder bieden werken van Sarah Lucas,Gillian Wearing, Cindy Sherman, Gerard Byrne en Sanam Khatibi hedendaagse visies op de thema’s en beeldtaal van de surrealisten. Op audiopunten in de tentoonstelling kunnen bezoekers luisteren naar fragmenten van gesprekken tussen Philip Freriks en Rosa Wevers die praten over surrealisme, gender en seksualiteit. Jon Rafman Voor De tranen van Eros werd de Canadese kunstenaar Jon Rafman (1981) uitgenodigd om een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan zijn Dream Journals (2016-2019). In dit doorlopende videoproject maakt Rafman gebruik van zijn eigen dromen en de surrealistische methode van de ‘écriture automatique’. Dit is een methode die de surrealisten gebruikten om kunst te maken vanuit hun onderbewuste: 'automatisch' en dus zonder er bij na te denken. Rafman past deze surrealistische techniek toe door dagelijks zijn dromen te noteren. Deze notities deelt hij met een anonieme video-animator, die ze vervolgens naar eigen inzicht omzet in beelden met behulp van goedkope CGI-technieken. Moesmánia2020 De tranen van Eros is onderdeel van MoesMánia2020, de culturele manifestatie die van 14 tot en met 29 februari in Utrecht plaatsvindt om Moesman te eren. De tentoonstelling is samengesteld door curator Nina Folkersma in samenwerking met Marja Bosma, conservator Moderne Kunst van het Centraal Museum, en assistent-curator Maia Kenney. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde publicatie over Moesman, uitgegeven door WBOOKS, met bijdragen van surrealisme-expert Tessel M. Bauduin, Marja Bosma, Nina Folkersma en Maia Kenney, en met een voorwoord van Bart Rutten, artistiek directeur Centraal Museum.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
Januari 2022
Categories
Alles
|
KunstKrant.nl Officiële Website Copyright
© KunstKrant.nl 1993 - 2024 All rights reserved. KunstKrant.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
KunstKrant.nl | Kunstkrant.be Emdenweg 3 9723 TA Groningen Mobiel: +031 (0)6 50831893 E-mailadres: [email protected] |