Reportage en recensies |
De kunstenaar probeert ons te confronteren en opnieuw gevoelig te maken voor dit tijdloos diep lijden, ons ernaar laten kijken en erbij stilstaan. Zelden heb ik een contemporare kunstenaar zo op het scherp van de snede aan het werk gezien. In mijn ogen niets ontziend pijn en lijden visualiserend, rmaar tegelijkertijd met een onuitsprekelijk mededogen, zonder te beleren! Achteraan op de benedenverdieping heeft het museum zes grote zalen met haar werk ingericht. Sereen en sober is het eerste gevoel wat ik krijg, maar dan gebeurt er van alles, want De Bruyckere laat zoveel zien, dat ik nauwelijks de tijd heb om het waar te nemen. Bij het binnengaan in de eerste zaal zie ik een sculptuur 'Marthe'. Een vrouw, zittend met haar hoofd tussen haar schouders en armen die uitgestrekt naar beneden wijzen, alleen de armen zijn takken. Takken blijken een terugkerend, heel belangrijk onderdeel in alle werken. Het drama wat zich voor mijn ogen afspeelt is met zoveel precisie en oog voor detail gecreëerd, dat ik alleen maar stil kan kijken. Bewerkt met een materiaal waardoor ze de aard van menselijke beenderen aanneemt, nemen ze de rol over van een aloud menselijk gebaar, wanhoop in de diepste zin. Op de muur erachter hangen een aantal aquarels met de titel 'Uit elkaar gegroeid' uit 1998. Ze spreken voor zich en vormen met de sculptuur een geheel, alsof de kunstenaar mij even binnen laat in een periode uit haar leven? Heel precies, met potlood en voorzichtige toetsen van aquarel aangebracht, hangen ze hier in hun zijn. Doorlopend naar de volgende zaal: een zeer indrukwekkende grote installatie 'Inside Me'. Het is alsof een handkar met menselijke resten getrokken gaat worden. Dit is of is dit wat overblijft? In een hoog gebouwde kar liggen gestapelde takken en opgevuld bleek materiaal, de takken met dezelfde verkleuring als dode lichamen. Ik hoor een vrouw achter me zeggen: 'Botten die net dood zijn!' Dit is een beeld wat indringend doorwerkt, me herinnert aan die talloze tijdloze beelden van gevonden naamloze massa graven. Ik ben ook ontroerd omdat ik zie hoe het werk met veel liefde gemaakt is. Ik loop in de opvolgende, kleinere ruimte die helemaal in beslag genomen wordt door de installatie 'Oog'. Hier moet ik me even heroriënteren, wat gebeurt hier allemaal? Twee op elkaar geplaatste fragiel geconstrueerde houten vitrines, wittig geverfd, open van onder en met bovenin ruimten, gevormd door langige ramen met dun glas, die open staan. In deze bovenruimtes zijn takken opgesteld, bewerkt met het bekende procedé van de kunstenaar, maar op zo’n manier dat ik de indruk krijg te kijken naar groepjes mensen die bij elkaar support en troost zoeken. En toch zijn het gewoon takken, maar het knappe en het geraffineerde zit ook en vooral in de details. Gelijksoortige indrukken krijg ik uit de Renaissance periode, ik zie wel een relatie hier, Michel Angelo, Da Vinci, het vindt hier allemaal zijn weerklank. In zaal vijf, de volgende zaal, hangen elf aquarellen, gemaakt op een zwart gemaakte achtergrond. De kunstenaar heeft dansers als model gebruikt voor deze Piëta’s. Heel fraai, sculptuur op papier zo lijkt het, door de zwarte achtergrond creeërt de kunstenaar grote ruimtelijkheid. Gekozen met een paal als middelpunt waaromheen de figuur gedrapeerd is. Soms een gewonde huid, in ieder geval in totale overgave geklamt aan deze paal. Als houvast, alsof er geen andere keuze is. In de laatste ruimte, die ook in helemaal in beslag genomen wordt door een laatste grote installatie, met als aanvulling twee heel fragiele aquarels aan de muur. De kunstenaar bouwt haar sculpturen op uit was, hars, touw en verweerd leer of doek of rijgt afzonderlijke afgietsels in was weer tot één lichaam aan elkaar. Dankzij speciale pigmenten transformeert de was in de bleke huid waar bloed, aderen en kneuzingen doorheen schijnen. In deze installatie: een opeenstapeling van takken waarvan alleen de botten resten, zo lijkt het. Maar dan ontdek ik in dit alles nog een lichaam en rode lappen die beenderen bij elkaar houden. De doden zijn takken en lappen en allerlei materialen. Een wezelijke confrontatie, in deze vorm gegoten, al de onvoorstelbare wreedheden die zich op het moment overal afspelen, maar hier uitvergroot de aandacht opeisen. De gang evenwijdig aan de zalen heeft men gebruikt om vroegere sculpturen en aquarellen te laten zien. Zo ontstaat een mooi totaal beeld. Helemaal aan het begin van deze gang een sculptuur die met zijn image van paard afwijkt van de andere, maar zeker niet minder de moeite waard. Het paard is belangrijk voor de kusntenaar. Het wordt gebruikt als metafoior om dood en vergankelijkheid mee uit te drukken. De Bruyckere heeft hier behalve andere materialen ook paardenhuid gebruikt. Erg mooi, ook het oude dekentje dat er in verwerkt is. Het spreekt van veel vakmanschap en kunde. Ik draai er alsmaar omheen, vanuit elke hoek krijg ik weer een ander beeld. Deze fantastische, actuele en indrukwekkende tentoonstelling vormt een belangrijke schakel in de geschiedenis van de hedendaagse kunst. Ik heb niet vaak zoveel intensiteit op zo'n manier tot uitdrukking zien komen. Francis Bacon slaagde er onder andere in, en deze kunstenaar dus ook! Ik kan iedereen dan ook aanbevelen om deze expositie te gaan bekijken om een actualiteit te ervaren die mijn insziens zeer urgent is: wat is nog echt belangrijk en waar maken we ons nog druk om?
Bezoekadres Stadhouderslaan 41 2517 HV Den Haag Recensie: Riedstra | kunstenaar |[email protected] | www.riedstra.eu
1 Comment
Pieter
26/5/2021 09:42:53 am
Paardt
Reply
Leave a Reply. |
Schrijversklik op de schrijvers voor een overzicht van de door hen geschreven artikelen.
.Riedstra.Gerrit Brand.Lysbeth HofstraWesley FerwerdaIlse van der Wal Categories
Alles
|
KunstKrant.nl Officiële Website Copyright
© KunstKrant.nl 1993 - 2024 All rights reserved. KunstKrant.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
KunstKrant.nl | Kunstkrant.be Emdenweg 3 9723 TA Groningen Mobiel: +031 (0)6 50831893 E-mailadres: [email protected] |