De vertaling naar het heden maakt Day Jackson door de gekapte monniken, die de beeltenis van de edelman dragen te vervangen door astronauten. Op hun schouders dragen zij een glazen kist met daarin een soort skelet. Dit skelet wordt door het glas eindeloos weerspiegeld. Waar de toeschouwer in het Louvre het gevoel heeft tegen acht machtige mannen aan te kijken, wordt het werk van Day Jackson een echte belevenis; men kan tussen de astronauten door lopen. Een beleving die wordt onderstreept door de bijzondere uitvoering van het werk. De dragers zijn met behulp van computertechniek vervaardigde blokken van gecomprimeerd houtafval en kunststof. De astronauten dragen als moderne ridders de restanten van de laatste mens die op aarde leefde, mee in een glazen grafkist. Jackson wil zo de vernietiging van de aarde door de mens benadrukken, als een hedendaags Memento Mori. Het lichaam in de kist is samengesteld uit allerlei materialen, deels modern en nieuw, deels oud en natuur.
De maten van het skelet komen overeen met die van het lichaam van de kunstenaar. Door dit werk zo’n persoonlijke invulling te geven, plaatst Jackson zichzelf in een traditie. The Tomb verwijst hierdoor ook naar Tomb uit 1967, van de Amerikaanse kunstenaar Paul Thek, een soort grafmonument met een gipsafgietsel van zijn eigen lichaam, dat Thek op verschillende manieren heeft geëxposeerd. Niemand sterft alleen op de dag dat hij doodgaat, zeker de kunstenaar niet, die zichzelf steeds opnieuw moet uitvinden.
Het beeld past in de traditie van het sublieme: de kunstenaar verbindt schoonheid en afschuw en zorgt bij de kijker zo voor een aangenaam griezelen. Niet voor niets is het werk een van de publiekslievelingen van de bezoekers van het Gemeentemuseum Den Haag, waar het werk al enkele jaren in bruikleen staat.
Het Gemeentemuseum Den Haag verwierf eerder al een werk van Jackson. Met dank aan de Vrienden van het Gemeentemuseum, werd een reliëf uit een serie van Matthew Day Jackson met de titel August 6, 1945 aangekocht.